Na diverse voorbereidende besprekingen en het beladen van de drie wagens met aanhangers op 4 en 5 januari 2002 was het dan eindelijk zover. Er ontstond weer ruimte in menige schuur en opslagplaats. Totaal werd ca. 35 m3 geladen met hoofdzakelijk kleding en dekens, maar ook 9 rolstoelen, veel speelgoed, etenswaren en allerlei andere zaken.
De 27 MC-bakkies waren al gemonteerd en werden tijdens de reis veelvuldig gebruikt met al of niet met humor doorspekte opmerkingen.
Afgesproken was zondag 6 januari 2002 om 04.15 uur te vertrekken vanaf het benzinestation aan de Coentunnelweg. Op zondag is er namelijk geen vrachtverkeer in Duitsland en Oostenrijk. Uiteindelijk startten wij om ca. 04.45/05.00 uur richting Venlo, waarna de route Koblenz, Köln, Frankfurt, Würzburg, Nürnberg, Regensburg werd gevolgd (route nr. 3). Om ca. 17.00 uur stopten we in Wörth an der Donau (Ausfahrt Ost) bij Gasthof Rosenberg en na ca. 900 km te hebben afgelegd, hetgeen een gemiddelde van ca. 75 km/uur betekent. Er werd 5 á 6 maal gestopt. Onderweg konden we in eerste instantie genieten van de mist, langzaam overgaand in sneeuw, veel sneeuw en zeer veel sneeuw. Er werden herten en veel roofvogels gesignaleerd en de vergezichten waren vaak bijzonder mooi. De wegen waren prima berijdbaar. De voor die dag verwachte ijzel bleek voor ons gelukkig niet uit te komen; waren we later weggegaan, dan waren slippartijen niet ondenkbeeldig geweest met alle gevolgen van dien.Na aankomst in Gasthof Rosenberg nam iedereen een eenpersoonskamer en werd de gelegenheid aangegrepen even lekker te douchen en zich op te knappen. Om 18.00 uur werd er gezamenlijk gegeten.
Op maandag 7 januari 2002 werd er om ca. 07.00 uur gezamenlijk ontbeten en vertrokken we om 08.00 uur. Door een ongeval vrijwel direct na vertrek, werden we omgeleid en ontstond er een vertraging van 3 kwartier. Om ca. 10.00 uur zijn we de grens met Oostenrijk gepasseerd. Toch wel vreemd dat daar totaal geen controle meer is. We bereikten de grens met Slovenië om ca. 16.00 uur, km-stand 1.346 en om ca. 17.00 uur waren we bij de Kroatische grens, waar de afhandeling van alle documenten ruim 1 uur in beslag nam. Ook deze dag werd er een aantal malen gestopt voor sanitaire en andere overwegingen. De bedoeling was om direct na de grens een hotel te zoeken, echter na telefonisch overleg met Zdravko Duvnjak werd besloten door te rijden naar Slavonski Brod, waar wij om ca. 23.00 uur aankwamen. We werden door Duvnjak opgehaald en naar ons verblijf gebracht, waar we soep en een vegetarische maaltijd kregen aangeboden. De totale reisafstand bedroeg ca. 1.750 km.
Na het gezamenlijke ontbijt op dinsdag 8 januari bleek dat er geen centraal uitlaadpunt was waar alle goederen gesorteerd konden worden ter verdere verspreiding. Omdat bijna alle goederen door elkaar zijn ingeladen, zou het beter geweest zijn bij het uitladen alles te sorteren alvorens het in depot wordt opgeslagen. Na het uitklaren werd vrijwel de gehele dag besteed aan het uitladen en afleveren in de schuur van Mila’s tante Mare en ook werd een groot deel opgeslagen op de zolder van ons logeeradres. Tegen de avond hebben we een bezoek gebracht aan een weeshuis en veel speelgoed, kinderkleding en –schoenen en etenswaren achtergelaten.
Een bezoek gebracht aan de Roma. Het uitdelen van hulpgoederen werd op dat moment te riskant geacht.
Woensdag 9 januari vertrokken we met 2 auto’s naar Vukovar. Onderweg koffie gedronken. Tijdens deze trip werden veel kapot geschoten huizen gezien. Veel indruk maakte de vernielde watertoren die intussen een symbool is geworden van de waanzin van oorlogvoeren. De begraafplaats en een massagraf bezocht (erg indrukwekkend). Vrijwel alle slachtoffers vielen hier in de periode oktober/november 1991. Veel indruk maakten de graven waar zowel vader en zonen bijeen zijn begraven. Na deze bezoeken gingen we naar opslagplaatsen van Caritas. Bij een zo’n plaats werden die dag hulpgoederen uitgedeeld aan gezinnen. Aan ca. 1.600 gezinnen in de omgeving van Vukovar wordt bij toerbeurt (3 dagen/week op wo/do/vrij van 14.00 – 16.00 uur) kleding verstrekt en aan ca. 700 gezinnen wordt voedsel verstrekt, nadat het gezin door de sociale dienst als hulpbehoevend is aangemerkt.
Op de vraag “Wat kunnen jullie het beste gebruiken?” kwam een duidelijk antwoord: “Alles”. Het geheel wordt gecoördineerd door het internationale Rode Kruis via Caritas. Onze komst was intussen bij de pater bekend geworden en we konden de kerk bezoeken (de 3 na grootste van Kroatië). De kerk is tijdens de oorlog grotendeels kapot geschoten. De pater vertelde verhalen waar de rillingen van over het lijf liepen. Hans en Walter hebben met de pater afspraken gemaakt over aflevering en verdeling van toekomstige hulptransporten. We kregen een maaltijd aangeboden, maar besloten die zelf te betalen. Tijdens deze maaltijd kwam Anver ons opzoeken, een bijzonder sympathieke man die al eerder geholpen heeft.
Al met al een zeer indrukwekkende en succesvolle dag.
Op donderdag 10 januari vertrokken we naar Bosnië. Op de snelweg liepen we al snel vast door een ongeval. Besloten werd terug te rijden en de Sava over te steken met de pont. Wat een ervaring vergeleken met de pont van IJmuiden en Buitenhuizen. De pont daar is een plat geval met een sleepbootje er tegenaan, die dat platte geval langs een kabel van de ene naar de andere waterkant duwt. Direct na de pont Bosnische controle, hetgeen geen problemen opleverde. Op weg naar Tuzla hebben we nog een markt bezocht (bekend onder “Arizona”), waar gekeken werd of er oventjes te koop waren. De kwaliteit daarvan was helaas onvoldoende. In Tuzla werd Rasim opgepikt, een Bosnische man die in Nederland gewerkt heeft, is afgekeurd en nu in Tuzla woont, waar hij zich o.a. bezig houdt met humanitair werk, o.a. bij de Roma. Hij bracht ons de bergen in. Ook daar is veel kapot geschoten en moedwillig vernield. We reden langs een huis waarin 28 mensen zijn samengedreven, waarna het huis in brand werd gestoken.
Onze rit door de bergen ging niet probleemloos. Op een bepaald moment kwamen we vast te zitten. Zelfs de Dodge van Walter kwam niet meer door de 30 á 40 cm dikke sneeuwlaag heen. Met sneeuwkettingen (eindelijk na 5 jaar mocht Hans ze gebruiken) en veel moeite bereikten we de top van de berg op ca. 980 meter hoogte. Inmiddels was het al donker geworden en werd aan de reis naar ons logeeradres begonnen.
Gezien de vlotte heenreis werd besloten om op vrijdag 11 januari de reis terug te aanvaarden en die dag weer bij Gasthof Rosenhof te stoppen. We vertrokken om ca. 07.45 uur. Na een verkeerde afslag bij Zagreb toch weer op de juiste weg uitgekomen en om 13.30 uur net over de Duitse grens bij de auto’s gegeten. Gerard heeft ons een compleet 5-gangenmenu voorgeschoteld bij -5°C in de buitenlucht. Stelt u zich eens voor: soep, rookworst, krentenbrood, knakworstjes en tot slot augurk met gekookte eieren. In welk restaurant is dit te koop? Na een verder voorspoedige reis om 20.00 uur gestopt in Wörth an der Donau, waar we weer heerlijk gegeten en gedronken hebben.
Zaterdag 12 januari om 07.00 uur ontbeten en om 08.00 uur gaan rijden. Halverwege de dag heeft Gerard ons weer verwend met snert.
Na diverse stops en een vlotte reis waren we om 19.30 uur terug in Westzaan, waar Bob ons ontving en we nog gedineerd hebben.
Terugkijkend: een fantastische ervaring, veel indrukken opgedaan maar ook veel gelachen en zeker (wat mij betreft) voor herhaling vatbaar.
Arie Baak